Boomzorg Terminologie
A   B   C   D   E   F   G   H   I   J   K   L   M   N   O   P   Q   R   S   T   U   V   W   X   Y   Z  


A


ABC-bomen zijn (voornamelijk) Acer (esdoorn), Betulus (berk), Carpinus (haagbeuk), Juglans (noot), Vitis (druif). Deze bomen mogen vanwege "bloeden" (overmatig vochtverlies door worteldruk) niet gesnoeid worden in de periode december t/m mei, maar er moet uitdrukkelijk mee gewacht worden tot de bomen goed in blad zitten. Overigens is het voor alle bomen beter om in de zomer te snoeien.
Afgrendelen Als een boom beschadigd wordt (bijvoorbeeld door het afzagen van een tak), komt er levend hout in contact met de buitenlucht. Om te voorkomen dat er bacterien en schimmels de boom binnendringen, gaat de boom de wond afgrendelen. Hierbij wordt er levend hout, dat zich buiten de afgrendeling bevindt, opgeofferd. Vervolgens kan de bast proberen de bastloze wond te overgroeien. De wond geneest dus niet, maar wordt hoogstens ingekapseld.

B

Begeleidingssnoei Methode van snoeien die de jonge boom "begeleid" naar het eindbeeld: een takvrije stam die een doorrijhoogte garandeert met daarboven een blijvende kroon.
Blad Bladeren bestaan uit een zacht weefsel, waarin met behulp van licht fotosynthese plaatsvindt.
Bodemverdichting ontstaat doordat de grond onder invloed van (hoge) wieldruk van (vracht)auto's of grondbewerkingsmachines wordt samengedrukt. Als de indringingsweerstand in verdichte bodem meer is dan 30 Kg/cm2 kunnen wortels er niet meer doorheen groeien. Bodem onder bestrating wordt vaak verdicht tot 50Kg/cm2, waardoor de wortels niet uit het plantgat kunnen groeien. Verdichting verstoort ook de vochthuishouding. Verdichting hersteld zich niet "vanzelf" maar moet mechanisch worden aangepakt (w.o. woelen en ploffen)
Bodemvoedselweb is de ondergrondse keten van micro-organismen, zoals bacterien, schimmels, protozoa, aaltjes etc. Elke plant of boom wil zijn eigen, specifieke bodemvoedselweb. Zo willen planten meer bacterien en bomen meer schimmels.
Bruinrot wordt veroorzaakt door schimmels die de (hemi-)cellulose ("bewapening van beton") afbreken. Hierdoor blijft de lignine (bruin) over. Vergelijk dit met beton zonder bewapening: breekbaar en bros.

C

Chromatogram of chroma is een speciaal soort schimmelkweek waarmee een indicatie gegeven kan worden van de diversiteit van schimmelleven in de bodem.
Cambium Het cambium is een dunne laag cellen tussen de bast en het spinthout. Deze cellen zorgen voor de (dikte)groei van de boom: naar binnen toe vormt het cambium spinthoutcellen, naar buiten toe bastcellen. Als het cambium sterft, zal de boom op die plek niet meer in dikte groeien.
Conditie is de actuele gezondheidstoestand. Deze kan varieren van bijna dood tot zeer gezond. Een slechte conditie wil niet zeggen dat de boom er volgend jaar nog verder achteruitgegaan is; als de vitaliteit van een boom in orde is, kan de conditie ook verbeteren.

D


Dood hout ontstaat als de boom een tak niet meer rendabel vindt. Vaak zijn het de takken die te weinig licht krijgen, soms sterven takken af na overmatige snoei of stormschade. Deze takken kunnen later gemakkelijk afbreken, dus op bij bomen die op plaatsen staan waar deze vallende takken schade kunnen brengen, dienen ze afgezaagd te worden.
Doorwortelbare ruimte is de hoeveelheid bruikbare grond die een boom tot haar beschikking heeft. Straatzand is voor een boom niet geschikt, dus een boom die in de verharding (bestrating) staat heeft het vaak zwaar! Een richtlijn voor de hoeveelheid doorwortelbare ruimte is: minimaal 0.75m3 grond per m2 kroonprojectie. Voorbeeld: een beetje linde heeft een doorsnede van 6 meter = 20m2 kroonprojectie = 15m2 doorwortelbare grond (= flinke container). Vaak hebben bomen onvoldoende doorwortelbare ruimte, waardoor de groei achterblijft en de vitaliteit te wensen overlaat.
Dubbele top ontstaat als de eindknop in de winter beschadigd raakt. Vaak nemen dan meerdere onderliggende knoppen de functie "top" over, waardoor er meerdere toppen ontstaan. Deze kunnen op latere leeftijd problemen geven, omdat de aanhechting vaak van het type "Plakoksel" is.

E


Ent Een ent is een twijg die door een kweker op een speciale manier in een andere boom gestoken is, en wel zo dat deze twijg met de boom vergroeit. Op deze manier zijn bomen met verschillende eigenschappen te combineren. Bijvoorbeeld een twijg die lekkere bessen levert combineren met een onderstam die stevig wortelt. Veel bolbomen zijn een ent van een stevige onderstam waarop een struikvormige varieteit geent is.

F

Fotosynthese Proces dat zich in de bladeren afspeelt: door middel van licht, CO2 en water worden suikers gevormd, die de boom nodig heeft voor groei.

G

Geslacht Eerste deel van de Latijnse naam voor een boom.
Gleditsia-bladgalmug is er de laatste jaren de oorzaak van dat veel gleditsia's slecht in blad zitten. De mug komt in het voorjaar uit de grond, legt kleine rode eitjes in de knoppen, waardoor blad vroeg valt, en groei geremd wordt.

H

Hybriden Een hybride is een kruising van twee individuen. In de naam is dat terug te vinden door een "x" tussen de naamdelen (bijv. Laburnum x Watereri). De meeste hybriden zijn niet vruchtbaar. Als ze zich in het wild kunnen handhaven krijgen vaak een eigen tweedelige latijnse naam.

I


Insecten kunnen bomen als omwonenden veel overlast geven. Denk aan de Paardekastanje-mineermot die de paardekastanjes vroeg in de zomer al een herfstaanblik geven. En aan luizen, die samen met roetdauw alles wat onder de boom staat, zwart maakt. Toch zijn bomen door het herbergen van insecten ecologisch gezien zo waardevol, dat de ongemakken voor lief genomen moeten worden.

J


Jaarringen ontstaan doordat de boom in de lente meer diktegroei heeft dan in de zomer. Daardoor hebben de cellen die in de lente gevormd worden een andere kleur dan die in de zomer gevormd worden. De verkleuring van licht naar donker hoort bij de groei van 1 jaar. Door de overgangen van donker naar licht te tellen, kan de leeftijd van de boom bepaald worden. Let op: in een heel droge lente kan de groei tijdelijk vertragen, wat een "schijnring" oplevert.

K


Klimop Hoewel klimop niet parasiteert (dwz. voedingstoffen van de boom "afpakt") is klimop toch niet goed voor bomen. De klimop neemt namelijk lucht en licht weg van de boom en kan, als de klimop al lange tijd in de boom zit, stam en takken afklemmen. Klimop begint voor de boom pas schadelijk te worden als de klimop meer dan 10 jaar in de boom zit.
Kwarren achterblijven, ineengedrongen of niet goed gegroeid.
Kwijnen zich bevinden in een toestand van geschokte gezondheid en verminderende krachten (van Dale). Veel bomen die in de verharding staan, staan "te kwarren en te kwijnen" door onvoldoende ruimte, vocht, mineralen, teveel zout, te vaste grond, beschadigingen etc.
Kandelaberen Van een boom alle kleine takken weghalen, van de grote takken een stuk (bijv. 1 meter) laten zitten. Vervolgens om de 4-8 jaar alle nieuwe uitlopers opnieuw verwijderen. Op deze manier is de boom klein te houden, helaas wordt de boom niet erg oud...! Gebeurt veel bij Plataan, Linde, Wilde Kastanje, Esdoorn en Es. Veel bomen zijn helemaal niet geschikt om gekandelaberd te worden.
Knotten is het verijderen van alle reeds gevormde scheuten. De plaats waar deze scheuten ontsprongen zijn, wordt steeds dikker en wordt "knot" genoemd.
Kroon is het gebied van de boom waar alle takken met bladeren zitten.

L


Leibomen zijn knotbomen waarbij enkele loten zijn blijven zitten. Deze loten zijn langs een stellage in een zekere vorm geleid. Als de loot dik genoeg is om in vorm te blijven, kan de stellage weggehaald worden.

M


Mycorrhiza zijn schimmels die in symbiose leven met boomwortels. De effectiviteit van de wortels wordt door deze schimmels ver-honderd-voudigd. De schimmels voeden zich met suikers van de boom. Het enkel toevoegen van mycorrhyza bij kwarrende bomen is te beperkt; zij zijn slechts 1 van de voedselketens van gezond bodemleven. Er dient aandacht gegeven te worden aan alle voedselketens in de bodem die de boom nodig heeft (vele soorten schimmels, bacterien, protozoa etc).

N


O


Ophogen van bodem heeft in alle gevallen een negatieve invloed op het bodemleven, doordat de zuurstof, voedingsstof en waterhuishouding wordt verstoord. Bomen zijn erg gevoelig voor ophogen, omdat de wortels snel zuurstofgebrek oplopen. Hierdoor verzwakken de wortels, waardoor ze gevoelig worden voor het binnendringen van schimmels. Sommige van deze schimmels kunnen de boom in enkele maanden uitschakelen.

P

Paddestoelen Paddestoelen rond of in de boom geven vaak informatie over de gesteldheid van de boom. Sommige paddestoelen zijn volkomen onschadelijk (elfenbankje), anderen zijn zeer schadelijk (reuzenzwam) voor de boom. Het is zeker niet zo dat een paddestoel op de stam of takken een reden is om de boom "ziek" te verklaren en te vellen. Raadpleeg een deskundige als u twijfels heeft over de conditie van de boom in combinatie met de paddestoelen.
Plakoksel Een zijtak zit zodanig vast aan de boom, dat er schors tussen de tak en de boom gedrukt wordt ipv aan elkaar groeien. Deze aanhechting wordt met de jaren zwakker en kan uitscheuren.
Ploffen is een methode om verdichte grond weer losser te maken. Onder hoge druk wordt er lucht in de verdichte grond "geploft", waardoor de grond beweegt en er scheuren ontstaan. De kans is aanwezig dat de scheuren meteen weer dichtvallen. Daarom wordt er vaak tijdens het ploffen ook voedingsstoffen in de grond gespoten, zodat de scheuren open blijven staan en de wortels door deze scheuren kunnen groeien.
Protozoa is een 1-cellig beestje dat bacterien eet. De stikstof die in de bacterien opgeslagen is wordt door deze diertjes "uitgepoept" en komt hierdoor vrij voor opname door bodemleven en planten.

Q


R


S

Schimmels zijn organismen die in de bodem leven. Sommige schimmels geven de boomwortels voedingsstoffen (in symbiose met de boom), andere schimmels eten de bomen levend op (Honingzwam). Toch zijn schimmels onmisbaar voor de boom: als er te weinig verschillende schimmels in de bodem zitten, dan wordt de boom vatbaarder voor ziekteverwekkende schimmels.
Soortnaam Latijnse naam die uit twee delen bestaat. Het eerste deel geeft het geslacht aan (bijv. Quercus (=Eik)), de tweede is een toevoeging om welke soort het binnen dit geslacht gaat (bijv. Quercus palustris (= Moeraseik)).

T


Tijdelijke kroon Takken die bij begeleidingssnoei op een later tijdstip geheel afgezaagd worden.

U


V

Varieteit Om minder kleine verschillen binnen een soortnaam weer te geven, worden varieteit-namen (tussen "'"-haken) gegeven. Bijv. Quercus robur 'fastigiate Koster' is een varieteit op de Quercus robur. Deze varieteit heeft een mooie zuilvorm die zelfs op hoge leeftijd niet gaat uithangen.
Vitaliteit is de mogelijkheid van een boom om te herstellen van "aanslagen" die op hem gepleegd worden. Bijvoorbeeld het afhakken van veel wortels zal de boom in eerste instantie een conditievermindering laten zien. Een vitale boom krabbelt daar weer van terug, een niet-vitale boom blijft slecht of gaat er zelfs aan dood.
Een vruchtlichaam is de "bloem" van een schimmel en verspreid voor de schimmel de "zaden" (sporen). De schimmels in bomen kunnen vaak pas herkend worden als de vruchtlichamen zichtbaar zijn. Het weghalen van de vruchtlichamen heeft geen zin; de schimmel zit al in het hout. Een deskundige heeft de vruchtlichamen echter nodig om te achterhalen om welke schimmel het gaat, en daarmee de mate van schadelijkheid. Dus: laten zitten en een deskundige waarschuwen.

W

Waterloot Na beschadiging of snoei kunnen "slapende knoppen" geactiveerd worden. Uit deze knoppen worden nieuwe twijgen gevormd die heel hard groeien. Door deze snelle groei zijn de loten vaak niet sterk.
Windworp is het omwaaien van een boom met wortel en al. Dit komt doordat de wortels hun stabiliteit verloren hebben door rot, afsterven, graafwerkzaamheden, onvaste bodem etc.
Witrot wordt veroorzaakt door schimmels die de lignine ("beton zonder bewapening") uit het hout afbreken. Er blijft een wittig, papperige en vezelige substantie over. Vergelijke het met gewapend beton waarbij alleen de bewapening nog over is.
Wortelopdruk is het opdrukken van bestrating door de diktegroei van wortels. Doordat de wortels op de "verkeerde plaats" zijn gegroeid, ontstaat deze vorm aan overlast.

X


Y


Z


Zachtrot is een combinatie van wit- en bruinrot. Slechts een aantal schimmels zijn in staat om min of meer gelijktijdig lignine en (hemi-)cellulose af te breken.
Zuiger Een zijtak van de stam die "denkt" dat hij de top is. Deze tak loopt evenwijdig aan de stam en kan in extreme gevallen zelfs hoger worden dan de top.
Zoutschade Als een boom verdrogingsverschijnselen laat zien in een niet te droge zomer, kan dat door zoutschade komen. Zoutschade ontstaat door strooizout dat van de weg in de bodem spoelt. Zout heeft een vochtaantrekkende werking en bemoeilijkt het voor de boom om vocht op te nemen. De gevolgen van zoutschade zijn op zijn vroegst maanden na het aanrichten van de schade zichtbaar.


Heeft u vragen?