Bomen en buren

Deze tekst is een onverantwoord korte samenvatting van een aantal wetten uit het BW die betrekking hebben op bomen en buren. Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen of de bomenstichting benaderen.

Een boom is een houtachtig, overblijvend gewas met een dwarsdoorsnede van minimaal 10cm op 1,3 meter boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam.
Een haag is een rij bomen of heesters die als afscheiding dient en daartoe gesnoeid zijn tot een hoogte van ca 2 meter.
De eigenaar van de boom is in principe de eigenaar van de grond.

De plaats van bomen en heesters
In het algemeen geldt dat een boom niet binnen 2 meter (hart van de boom) van de erf van een ander mag worden geplant. Voor een haag geldt dat deze niet binnen 50cm (hart van de haag) van het erf van een ander mag worden geplaatst. Er zijn echter uitzonderingen, zoals plaatselijke verordeningen, gewoonten, verjaring, onderlinge afspraken, bomen van overheden, sloten etc.: neem hiervoor contact op met uw gemeente.
Een leiboom wordt over het algemeen niet gezien als boom, maar als heg, zodat deze 50cm van de erfgrens mag staan. De hoogte van een leiboom is door rechtspraak gesteld op ca. 3 meter.
Als de boom meer dan 20 jaar op deze plaats staat, is er sprake van verjaring en kan geen recht meer worden onttrokken aan bovenstaande.

Overhangende takken
De eigenaar van de boom is natuurlijk ook eigenaar van de overhangende takken. Daardoor mag niemand aan deze takken komen zonder overleg met de eigenaar. De plaats van de boom doet er overigens niet toe.
In principe moet de eigenaar van de overhangende takken deze takken (laten) verwijderen. Het verwijderen van deze takken moet echter wel "oordeelkundig" gebeuren, zodat het voortbestaan van de boom niet in het geding komt. In de praktijk betekent dit dat er vaak maar een paar takken helemaal verwijderd kunnen worden en van de overige takken slechts het buitenste deel.
Als een buur overlast heeft van overhangende takken, dient hij de eigenaar van de boom schriftelijk op de hoogte te stellen van de overlast en dient hij de eigenaar van de boom een redelijke termijn te geven om de werkzaamheden uit te voeren. Meestal is het noodzakelijk hier een gediplomeerd boomverzorger bij te betrekken, omdat hij kan aangeven wat de mogelijkheden (welke takken en wanneer snoeien) zijn.
Pas als de eigenaar van de boom in gebreke blijft, kan de eiser zelf gaan snoeien. Ook hier geldt dat het snoeien oordeelkundig dient te gebeuren (dus door een gediplomeerd boomverzorger).
De eigenaar kan de eiser ook toestemming geven zelf te snoeien. De kosten zijn in principe voor de eigenaar (omdat hij het wettelijk gezien moet doen). Maak goede afspraken over welke takken, tot hoever snoeien, wanneer, etc. Degene die snoeit mag zich te takken toe-eigenen.

Overlast door bomen
Een eigenaar mag andere eigenaren geen overlast veroorzaken, maar gelukkig gaat het recht er van uit dat een redelijke hoeveelheid overlast geduld moet worden. Bladeren, pluisjes en "plak" valt vaak onder deze "redelijke overlast".
Wortels zijn een apart verhaal. In principe mogen alle wortels worden weggehaald omdat hier geen wettelijke bepalingen voor zijn. Echter; als de boom door het weghalen van te veel wortels in haar voortbestaan wordt bedreigd, dan is er misbruik gemaakt van het recht om te snoeien. Er mag dus maar een beperkt deel van de wortels worden weggehaald. Als een boom omwaait vanwege overmatige wortelsnoei, dan kan de dader van deze wortelsnoei aansprakelijk gesteld worden van de hieruitvolgende schade.
Vaak komen parasitaire schimmels (schimmels die levend hout eten) via wortelschade de boom binnen. Het kan daardoor zijn dat de boom na overmatige wortelsnoei ziek wordt door binnendringende schimmels. Ook hiervoor is de dader aansprakelijk te stellen.

Eigenaar van de boom
De eigenaar van de grond is in principe eigenaar van de boom, omdat de boom onlosmakelijk met de grond verenigd is. (Boomkwekerijen even buiten beschouwing gelaten). In het geval van een huurhuis is de verhuurder eigenaar van de grond. Als deze in het huurkontract niets beschreven heeft over bomen (en planten) blijft de verhuurder eigenaar.

Er zijn mogelijkheden om als "niet-eigenaar van de grond" toch "wel-eigenaar van de boom" te zijn, namelijk via recht van opstal. Dit is te verkrijgen door een notariele acte in te schrijven in het kadaster of door verjaring van minstens (10 jaar ononderbroken huur en ter goeder trouw (= schriftelijke toestemming)) of 20 jaar ononderbroken huur. Neem hiervoor contact op met een juridisch adviseur.

Er gaat veel fout met verhuren van grond in combinatie met bomen: de eigenaar van de grond kan eisen dat de tuin in de oorspronkelijke staat achtergelaten moet worden terwijl de gemeente geen kapvergunning geeft voor de inmiddels volwassen geworden boom. En nu...?
Omgekeerd: een grondeigenaar kan een huurder aansprakelijk stellen voor geleden schade van een boom die meer dan 20 jaar geleden door de huurder is geplant, terwijl de huurder nog maar pas huurder is.

Bij geschillen (en die komen veelvuldig voor!) heeft de bomenstichting verschillende brochures beschikbaar over "bomen en buren". Voor eenvoudige vragen kunt u ook met ons contact opnemen.

Terug naar "Wet"


Heeft u vragen?