Leibomen

Een leiboom is een boom die tegen een muur of hekwerk is geplant, waarlangs de takken worden geleid. Dit gebeurde vroeger altijd met een doel:

  • Kweken van fruit op plukhoogte
  • Verzorgen van schaduw in de zomer, licht in de winter aan de zuidkant van boerderijen
  • Overschaduwen van terrassen
  • Creatief vormen van bomen in "pronktuinen"

    Tegenwoordig worden leibomen vaak als erfscheiding geplant, of om zicht vanuit de straat/buren te verminderen. Wat veel mensen niet weten is dat er heel veel bomen geschikt zijn om te leiden, en dat de nu vaak gebruikte bomen veel nadelen hebben...!

    Boomsoorten
    Linde (Tilia) is heel geschikt om te leiden, omdat deze boom goed tegen snoeien bestand is. Helaas heeft de linde veel last van luizen (en daarmee ook van roetdauw), dus niet plaatsen boven een terras of parkeerplaats. De Tilia tomentosa is minder gevoelig voor luis, maar heeft er in warme zomers toch zeker last van. Verder is linde een vrij saaie boom: weinig spectaculaire bloei en vruchten, herfstkleur niet noemenswaardig...
    Plataan wordt veel gebruikt. Fris, groot blad en een snelle groeier. Maar daarmee zijn de voordelen genoemd. Nadelen zijn dat de boom zo snel groeit, dat er soms meerdere keren per jaar gesnoeid moet worden. Bij het snoeien van plataan in blad komt stof vrij dat onder het blad zit, zodat een stofmasker geen luxe is. De groei van de plataan gaat na verloop van tijd geheel in de bovenste takken zitten. Verder heeft de plataan geen noemenswaardige bloei en herfstkleur. Wel komt er heeeeel veel blad van af... Voor het gebruik van dakplatanen zijn de alternatieven: Pergola met klimplant of Morus nigra 'Macrophyllos'.
    Esdoorn (Acer campestre 'Elsrijk') is een langzame maar degelijke groeier die nauwelijks last heeft van ziekten. Jong blad rood getint, gele herfstkleur. Snoeien zodra de boom in blad zit (mei) i.p.v. maart vanwege bloeden! De boom is in staat om halverwege de zomer weer in blad te staan.
    Haagbeuk (Carpinus betulus) is een goed snoeibare boom die weinig eisen aan de bodem stelt. Herfstkleur geel/geelbruin. Bladeren blijven net zoals beuk in de winter aan de boom zitten. Onopvallende bloei, wel zichtbare katjes. De zaden lijken op die van de berk en kunnen wat overlast veroorzaken. Snoeien laat in het voorjaar.
    Peer (Pyrus) kan prima gebruikt worden, al kan deze boom later gevoelig worden voor ziekten als bacterievuur, schurft, perenprachtkever. Prachtige bloei in het voorjaar. Er zijn cultivars met en zonder vruchten.
    Appel (Malus) is vergelijkbaar met de peer, behalve dat er cultivars zijn die (bijna) volledig ziektevrij zijn: 'Evereste' of 'Red Sentinal' met mooie bloei en vele kleine rode appeltjes
    Amberboom (Lyquidambar) is een weinig gebruikte leiboom, maar doet het prima, vooral om de herfstkleur en bast.

    Leivormen
    De bekendste vorm van leiwerk is wel het scherm. Tussen de bomen worden palen gestoken welke verbonden worden met liggers. Deze liggers worden (afhankelijk van de boomsoort) 30cm tot 50 cm boven elkaar bevestigd. Tegen deze liggers worden de loten gebonden. Uiteindelijk ontstaat er een scherm dat in de zomer licht tegenhoud en in de winter licht doorlaat.
    Blokvormen zijn ook vormen van leiden / snoeien en kunnen heel verfrissend ogen.
    Tegen een muur leiden kan voor verschillende doelen. Een zuidmuur is lekker warm, zodat vruchtbomen hier prima kunnen produceren. Om een saaie muur weg te werken kan een leiwerk een alternatief zijn voor veelgebruikte klimplanten

    Constructies
    Scherm
    De meest voorkomende leivorm is een schermvorm. Hiervoor zijn vele mogelijkheiden, die allemaal een ander eindbeeld geven. Ik zal proberen een aantal mogelijkheden toe te lichten.

    Leiwerk zonder palen
    Het is mogelijk om een leiwerk te maken zonder palen waar het leiwerk op steunt. Het voordeel is de eenvoud en de prijs. Het leiwerk moet echter heel licht zijn (omdat het gedragen moet worden door de stam van de boom), waardoor het niet sterk en strak is. Vaak wordt gekozen voor bamboe, maar dat gaat niet lang genoeg mee. Daarom moet het leiwerk na 3 en 6 jaar vervangen worden door nieuw bamboe, wat het toch weer duur maakt.

    Bij de foto
    Duidelijk zichtbaar is dat het eindbeeld niet strak is. Ook is de conditie van de drie bomen niet gelijk. Verder zijn de bomen aan boompalen gezet bij het planten, wat het beeld helemaal rommelig maakt. Als deze boompalen iets langer uitgevoerd waren, dan hadden ze meteen het leiwerk kunnen dragen.

    Palen bij de boom
    Als het leiwerk steunt op palen, kan het robuuster en daardoor strakker uitgevoerd worden. De palen waar het leiwerk aan vast zitten, zijn in deze mogelijkheid direct tegen de boom aan gezet. Het voordeel is dat de palen minder dominant zijn (ze vallen immers samen met de stammen), maar ze moeten bij het planten wel door de (vaak kleine) wortelkluit heengestoken worden. Omdat ze zo dicht tegen de stam zitten, gaat dit zeker met wortelschade gepaard. Bovendien zit er toch altijd iets ruimte tussen paal en stam, wat er niet fraai uit kan zien.

    Bij de foto
    Deze bomen zijn behalve aan de leipalen ook aan (twee!) boompalen vastgezet. Dit is nodig, omdat de paal van het leiwerk zo dun gekozen is (om wortelbeschadiging te beperken) dat de bomen er onvoldoende steun aan hebben. Dit doet weer afbreuk aan het voordeel van "palen tegen de bomen". Later kunnen de boompalen natuurlijk weg, maar het leiwerk hoeft ook niet tot in lengte van dagen aan de bomen vast te zitten.

    Palen tussen de bomen
    De meest strakke en robuuste manier van leiden is met palen tussen de bomen. Het wordt hierdoor wel een heel opzichtige constructie, maar strak. Tussen de palen kunnen draden gespannen worden waar de takken tegenaan geleid worden, maar de palen kunnen naar elkaar toe getrokken worden door de spanning van de vele spandraden. Het is daarom aan te bevelen om de onderste en de bovenste ligger van buis uit te voeren, die de spanning van de spandraden kunnen opvangen.

    Bij de foto
    Dit is duidelijk de mooiste constructie, en netjes gesnoeide bomen. Helaas is er voor plataan gekozen, maar de tuinman is gebaat bij het extra werk...!

    Opbouwen van een leiboom
    We beginnen met het opbouwen van het frame. Hiervoor hanteren we de volgende maten:
    Hoogte paal ongeveer 2.20 tot 2.50m.
    Afstand tussen palen Hiervoor nemen we de gekozen hoogte van de palen.
    Onderste ligger ongeveer 1.50m, afhankelijk van de afstand tussen de liggers en het aantal liggers
    Afstand tussen liggers is 30 - 40cm, afhankelijk hoe doorzichtig het leiwerk moet worden.
    Aantal liggers is meestal 4 liggers bij 40cm, 5 liggers bij 30cm.
    Om een leiboom op te bouwen, beginnen we met het afzagen van de top iets boven de onderste ligger. Van de loten die nu ontstaan binden we er twee aan de onderste ligger en laten we er 1 naar boven lopen. Kort gezegd herhalen we dit elk jaar opnieuw totdat alle liggers aangebonden zijn.
    Snoeien van leibomen doen we in de regel vlak voor het uitlopen van de bomen (behalve bij de ABC-bomen, deze worden bewerkt net nadat de boom in blad zit).
    Als een leiboom "snel klaar" moet zijn, dan kunnen in 1 keer alle liggers aangebonden worden met dunne twijgen van een jong boompje, dat hoog genoeg is voor het hele leiwerk. Een groot nadeel van deze methode is dat de twijgen vaak niet op de goede hoogte zitten, en dat de groei voornamelijk in de bovenste takken zal zitten.
    Er bestaan kwaliteitsrichtlijnen waaraan een leiboom moet voldoen om als zodanig verkocht te worden.

    Onderhouden van een leiboom
    Als de leiboom niet meer geleid hoeft te worden kan volstaan worden om elk jaar in het vroege voorjaar alle loten af te zagen, zo dicht mogelijk tegen de tak, echter zonder deze te raken.


  • Heeft u vragen?